Groeien met deze missie

Waar ik al heel mijn leven moeite mee heb is de ongelijkheid wat betreft inkomen en vermogen over de wereld. De afstand van de één procent tot de rest. Zelfs in Nederland, een land waarin we zelf van vinden dat alles redelijk eerlijk is verdeeld, is er een groot gat tussen de mensen met veel vermogen en de veelverdieners en de rest.

Uit het boek Fantoomgroei kun je leren dat dit gat alleen maar groter wordt. De één procent wordt steeds rijker, maar de rijkdom en het inkomen aan de onderkant stijgt niet. Terwijl de efficiënte is gestegen bij de Nederlandse bedrijven in de afgelopen decennia heeft zich dat niet vertaald naar meer inkomen voor de medewerkers. Dat voordeel is rechtstreeks naar de aandeelhouders gegaan.

Tegelijk zie ik al jaren dat het milieu achteruit holt.

Terwijl we als economie, als land en in de wereld steeds rijker worden, wordt de ongelijkheid groter en het milieu slechter. We hebben genoeg middelen (geld) om het op te lossen, maar daarvoor worden die middelen niet gebruikt. Het geld wordt rondgepompt door de aandeelhouders om het nog verder te laten toenemen. Ze hebben al genoeg, maar willen steeds meer, zoals rupsje Nooitgenoeg.

De problemen die aandeelhoudersfocus veroorzaakt

Er is een duidelijke relatie tussen de focus op aandeelhouders, de kortetermijnwinst en de twee problemen die ik hierboven schets. De focus op altijd maar groeien om zo de waarde van de aandelen te laten stijgen voor nog meer rendement heeft een negatieve impact op de andere belanghebbenden bij een bedrijf (alle stakeholders).

Medewerkers – een bedrijf dat een focus heeft op de financiële winst op de korte termijn investeert niet in de medewerkers. Doordat vakmanschap niet wordt gestimuleerd en gewaardeerd door de aandeelhouder is de drempel laag om afscheid te nemen van mensen wanneer het economisch tegenzit. Door de inrichting in deze bedrijven van processen voor mensen, en door de taken van mensen te standaardiseren en de verantwoordelijkheid zo klein mogelijk te maken zijn mensen gedegradeerd tot een uitwisselbaar productiemiddel, denk bijvoorbeeld aan nul-urencontracten.

Innovatie – innoveren om een positieve impact te hebben op bijvoorbeeld de duurzame doelen van de VN gebeurt niet in een bedrijf met een aandeelhouderfocus. Als het al gebeurt is het een marketingmiddel om meer producten te verkopen. Innovatie houdt in: investeringen in de lange termijn, die leveren nu geen winst op. Investeringen in innovatie op de langere termijn gaan ten koste van de kortetermijnresultaten. Door de innovatie te minimaliseren groeit het financiële rendement. Een logische keuze gezien vanuit de aandeelhouder, die alleen kijkt naar de economische winst.

Maatschappij – de aandeelhouders hebben geen relatie met de buurtbewoners en mensen. Daarnaast zijn ze wars van de bemoeienissen vanuit de overheid, omdat de indruk bestaat dat de bedrijven en de markt dingen veel beter kunnen organiseren. Dus verplaatsen deze bedrijven zonder pardon de productie naar landen waar ze zo min mogelijk belastingen hoeven te betalen. Het resultaat voor de aandeelhouder loopt verder op en de maatschappij krijgt er weinig voor terug; terwijl de rest investeert in infrastructuur, gezondheidszorg en scholing maken zij er gebruik van zonder ervoor te betalen. Wanneer het helemaal tegenzit moet de overheid zelfs inspringen bij grote bedrijven, zoals we hebben gezien bij de kredietcrisis en de coronapandemie, omdat de bedrijven zelf te weinig middelen hebben. De aandeelhouders hebben in de economisch positieve jaren ervoor gezorgd dat het geld uit het bedrijf is gehaald en via de waarde van de aandelen naar de aandeelhouders is gevloeid.

Milieu – doordat de regelgeving in Westerse landen wordt aangescherpt voor het milieu maken bedrijven meer kosten om hieraan te voldoen. Voor de aandeelhouders is het verhuizen van de productie naar landen die nog niet zo streng zijn met de milieueisen en waarbij er nog minder aandacht is voor arbeidsomstandigheden, opnieuw geen probleem. Het levert immers minder kosten, minder gedoe en dus meer winst op voor het bedrijf en daarmee voor de aandeelhouders.

Het hoogste doel van de aandeelhouder is meer omzet en meer winst, zodat het aandeel in waarde stijgt net als het dividend. Het belangrijkste wat je dan te doen hebt is zoveel mogelijk producten verkopen met een zo groot mogelijke marge. Voor een grotere marge gebruik je een hogere verkoopprijs (in de farmacie bijvoorbeeld) of lagere kosten (kledingbranche bijvoorbeeld). 

Meer producten produceren met een grote marge en een kortere levensduur is goed voor de aandeelhouder, maar slecht voor alle andere belanghebbende.

Erno

Mijn bijdrage

Ieder weldenkend mens ziet de problemen die hierdoor zijn ontstaan, maar de aandeelhouders zien het anders: zij hebben de plicht om zoveel mogelijk te verdienen, want daar wordt de economie beter van, en de problemen die daarmee (zijn) ontstaan mag een volgende generatie oplossen.

Hier ga ik verandering in brengen:

  • de afstand tussen de meest- en minstverdienende verkleinen;
  • een positieve bijdrage leveren aan het milieu.

Deze twee onderwerpen houden me al bijna 50 jaar bezig, maar tot nu toe was dit vooral voor mijzelf en in mijn eigen omgeving. Dit gaat nu veranderen. Dit is vanaf nu de missie van mijn bedrijf. Mijn kernkwaliteiten ga ik inzetten om deze missie met mijn bedrijf en samen met andere ondernemers te ondersteunen, onder het motto ‘1% beter iedere dag’.

Dit doe ik door ondernemers te helpen om afscheid te nemen van het Anglo-Amerikaanse denken en over te gaan naar het Europees ondernemen.

Waarom Europees ondernemen?

In de denkwijze van het Europees ondernemen, gebaseerd op de Rijnlandse principes, gaat het over alle belanghebbenden. De focus van de aandeelhouder wordt verschoven naar alle belanghebbenden (stakeholders als je dat een fijner woord vindt).

In het Europees ondernemen werk je bijvoorbeeld aan het vakmanschap van je medewerkers. Als bedrijf investeer je in je medewerkers door ze te ontwikkelen. Dit maakt het lastiger om afscheid van ze te nemen wanneer het even tegenzit. Want die periodes die tegenzitten komen telkens weer, maar daarna trekt de markt ook weer aan, dan heb je die mensen weer nodig.

In het Europees ondernemen denkt het bedrijf mee met de samenleving, want het bedrijf maakt er zelf onderdeel van uit. Er is betrokkenheid van de aandeelhouders met de omgeving van het bedrijf.

In het Europees ondernemen denk je na en innoveer je op de producten om ze minder belastend te laten zijn voor het milieu. Dit kan nog veel meer en daar ga ik aan werken met de ondernemers die ik coach.

Aandeelhouders investeren in bedrijven omdat ze willen dat de impact groeit en ze zo de ondernemer willen helpen om de missie te realiseren. Ze beleggen niet meer voor een zo hoog mogelijk rendement.

Veel van deze Rijnlandse gedachten zijn via de ondernemer als vanzelf de basis bij kleinere bedrijven en familiebedrijven. Tegelijk is er veel ruimte om actiever te werken aan het terugbrengen van de ongelijkheid en om een surplusbijdrage te leveren aan het milieu.

Karrensporen

De overgang naar Europees ondernemen betekent dat je moet veranderen en dat er zaken moeten stoppen in je bedrijf. In het boek Stop. van Marije van den Berg werd voor mij bevestigd wat stoppen zo lastig maakt, namelijk de gewoontes die bedrijven en de mensen in de bedrijven hebben ontwikkeld. Ze hebben als het ware karrensporen gesleten in het bedrijf met routine en regels. Dat is precies waar ik de ondernemer en het bedrijf bij help: die karrensporen duidelijk maken en met krachtige coaching en accountability ervoor zorgen dat mensen uit dat oude spoor blijven en de nieuwe weg blijven volgen.

Al vaker schreef ik over het belang van een duwer (een coach) die je telkens kleine correcties geeft wanneer je dreigt weer in het oude spoor te geraken. Daar help ik ondernemers bij en ik ben er goed in. Samen met de ondernemers ontwikkel ik nieuwe karrensporen op weg naar meer inkomensgelijkheid en een beter milieu.

Voor mijn missie deel ik ook kennis en inzichten om ondernemers te helpen, bijvoorbeeld de gesprekken met Sebastiaan Klein en Gijsbert Koren om te leren over steward ownership, met Diederik Janse over zelfsturing en met Alfred Griffioen over coöperaties. Zij vertellen hoe je concreet de maximale afstand is tussen de meest- en minstverdienende in het bedrijf vastlegt en ervoor zorgt dat je het bedrijf niet zomaar kunt verkopen als aandeelhouder.

Dit wil niet zeggen dat je als ondernemer niet beloond mag worden voor je inzet en de risico’s die je genomen hebt, maar er moet wel een plafond zijn. Van exorbitante rijkdom wordt de wereld niet beter.

De afgelopen dagen heb ik, door met ondernemer ste praten over mijn missie, ideeën opgedaan over hoe ik dit kan organiseren en welke hulpmiddelen ik kan ontwikkelen. Daar hoor je de komende tijd meer over.

Zie jij ook dat er iets moet veranderen voor een goede toekomst voor de volgende generaties? Wil je een tijdrebel worden? Ga dan aan de slag met Europees ondernemen. Samen met Pieter van Osch en Jaap Jan Brouwer organiseer ik de eerste masterclass Nieuw Europees Ondernemen. Een dag waarop we met jou een start maken in de opschaling van je impact met aandacht voor alle belanghebbenden.

Meer informatie vind je hier -> scaleupimpact.com/nieuw-europees-ondernemen

Doe mee en sluit je aan.

Door Erno Hannink

Erno is de businesscoach die ondernemers helpt om de lange termijn doelen sneller te realiseren. Ondernemers die het beter willen doen voor de planeet, maatschappij en zichzelf. Met zijn ondersteuning en tips helpt hij je dagelijkse doelen te kiezen zodat je de lange termijn doelen eindelijk gaat realiseren. Test zijn coaching een week lang gratis uit met deze code ERNOHANNINKWEEK op dit platform -> ga naar coach.me. Sluit je aan bij de community van ondernemers die iets bijzonders doen.