Tiensecondenboodschap

De tiensecondenboodschap is waarmee je heel snel de “Is dit interessant voor mij?” -vraag beantwoordt. Deze zin is jouw pasklare antwoord als iemand tijdens een netwerkevenement aan je vraagt “Wat doe je?”

Het lijkt wat gemaakt, telkens hetzelfde antwoord geven wanneer mensen aan je vragen “Wat doe je?”. Maar, de vaste zin geeft je vertrouwen. Niet telkens een nieuw antwoord bedenken op die vraag. Je hoeft niet te vertellen wat je allemaal doet omdat je niet precies weet wie de vraag stelt. Jij beantwoordt deze vraag met jouw standaard antwoord; de tiensecondenboodschap. De zin die de aandacht trekt van jouw doelklant.

Ken je de ‘Gespreksdoder’?

Bij de borrel vraagt iemand die je voor het eerst ziet aan je wat je doet. Jij weet nog niet precies wat deze persoon doet en wat zijn probleem is. Dus je vertelt iets over de dingen die je doet. Kort iets over alle dingen die je doet. Na een minuutje heb je het meeste verteld en hoop je dat er iets interessants tussen zit voor je gesprekspartner. Dan komt de gespreksdoder…

“Interessant.”, “Oh leuk.” of iets wat hier op lijkt. En het wordt stil. Om het gesprek weer op gang te krijgen vraag jij ook nog wat hij doet.

Dat is niet de reactie die je zoekt als je vertelt over je levenswerk. Je bent op zoek naar een reactie waardoor je meer kunt vertellen. Je hebt kort de tijd om de aandacht te krijgen en vast te houden. Anders kijkt hij al weer over je schouder naar andere mogelijk interessante gesprekspartners. Je zegt je tiensecondenboodschap. Dan komt de vraag die je nodig hebt, “Hoe doe je dat?” of “Vertel me meer.”
In plaats van de ‘Gespreksdoder’ heb je een ‘Vertel me meer moment’ gecreëerd.

Wil jij meer vertel-me-meer-momenten bij netwerkbijeenkomsten?
Beantwoord dan de volgende vier vragen wanneer iemand vraagt wat je doet.

  1. Wie help ik?
  2. Wat is hun probleem?
  3. Hoe los ik dat probleem op?
  4. Wat is het resultaat voor de klant?

Je hebt de antwoorden op deze vragen al gevonden met de antwoorden op de vorige acties.

Wie help ik?
Dit is je doelklant. Je zegt nu natuurlijk niet de naam van de persoon. Je gebruik een korte beschrijving met de belangrijkste kenmerken.

Wat is hun probleem?
Het belangrijkste probleem voor je belangrijkste product. Het probleem dat je hebt gevonden in het gesprek met de doelklant. Gebruik ook nu weer de woorden van je doelklant, geen marketingtaal.

Hoe los ik dat probleem op?
Draai het probleem om. Gaat het probleem over pijn. Dan stop je de pijn. Gaat het probleem over tijd te kort, dan zorg je dat ze weer tijd overhouden. Houd het simpel.

Wat is het resultaat voor de klant?
Hoe snel los je het probleem op? Hoe lang blijven de resultaten? Hoeveel procent omzetstijging krijgt je klant? Denk aan concrete resultaten. Ook deze informatie komt uit je interview met de doelklant.

Actie:
Stap 1: Schrijf de antwoorden voor de 4 vragen op.
Stap 2: Combineer de antwoorden tot één compacte zin.
Stap 3: Oefen de zin regelmatig door deze hardop te herhalen. Net zo lang tot het niet meer vreemd klinkt voor jou.

De volgende keer wanneer mensen aan je vragen wat je doet, dan beantwoord je dit met de tiensecondenboodschap. Zeg dus niet dat je een coach, schrijver, spreker, en/of consultant bent. Zeg je tiensecondenboodschap.

Als je dan de gespreksdoder krijgt dan weet je dat je de vier antwoorden nog niet goed hebt verwoord in de tiensecondenboodschap. Verander de boodschap net zo lang totdat je standaard het vertel-me-meer-moment krijgt.

Je hebt een korte boodschap met jouw oplossing. Hoe verpak je de oplossing zodat je deze direct kunt verkopen.
Lees in het volgende artikel hoe je eenvoudiger jouw oplossing verkoopt.

Het volledige handboek hyperspecialisatie vind je hier: http://hyperspecialisatie.nl